Mama ziek? Hoe dan?

12 april 2016

Hier in huis is een griepepidemie losgebarsten. Mijn kinderen vallen één voor één om. Koorts, hoesten, snot, keel- en oorpijn. Vijf dagen lang, geveld door een griepvirus from hell. Ik zorg voor verse sapjes, deel kusjes en knuffeltjes uit, maak bedjes op de bank, doe spelletjes, lees eindeloos voor en droog hun tranen midden in de nacht. Om ervoor te zorgen dat het griepcircus aan mij voorbij trekt, neem ik vitamineshots. Maar het helpt niet. De berg volgesnoten zakdoekjes naast mij neemt het fromaat van de Mount Everest aan. En op de thermometer verschijnt een sip gezichtje. Ook ik ben ziek.

“Doe vandaag maar lekker rustig aan!” zegt vriendlief. En nog voordat ik bedenk dat hij Finn beter naar school kan brengen, vertrekt hij naar zijn werk. Met het koortszweet op mijn voorhoofd maak ik voor de jongens ontbijt en voor mezelf een cocktail van paracetamol. Het brood is nu op, dus dat wordt zo boodschappen doen. Ik ruim de vaatwasser uit en zet het vieze ontbijtservies er weer in. Dan stappen we op de fiets. Vanuit school rijd ik met Charlie meteen door naar de supermarkt, zodat ik straks de deur niet meer uit hoef en me op kan rollen onder een kleedje op de bank.

“Kan Zappelin mijn moedertaken overnemen, please?”

Thuis zet ik de televisie aan, zodat Zappelin mijn moedertaken kan overnemen. Maar mijn peuter heeft er net vijf dagen bankhangen opzitten en totaal geen zin in Woezel & Pip, Nijntje of Shaun het schaap. Hij wil iets actiefs ondernemen. Buiten racen op zijn loopfiets, kleien of Bob de Bouwer spelen. “Mama, maaaammmaaaaaa, MA-MA!” roept hij om aandacht, terwijl zijn stem als een echo nabonkt in mijn zere hoofd. Ik leg hem uit dat mama ziek is en even op de bank wil blijven liggen. “Mama ligguh?” vraagt hij bloedserieus. Maar net zo snel verschijnen zijn ondeugende twinkelogen weer en roept hij: “Okay!” En dan klimt hij bovenop me en zingt uit volle borst: “Hop, hop, hop, paardje in galop!” terwijl hij met zijn billen op mijn buik op en neer stuitert. Kreunend sleep ik mezelf van de bank af. “Kom op Charlie, we gaan naar buiten!” “Jeeeeeh!”, juicht hij.

Ik ben blij als het kwart voor drie is en we Finn uit school kunnen halen. Ik ben moe en mijn lijf is zo slap dat rechtop blijven staan al een uitdaging op zich is. Het komt me dus goed uit dat Finn en Charlie nu even lekker met elkaar kunnen spelen. Wishful thinking… Natuurlijk wil Charlie alleen maar spelen met alles wat Finn in zijn handen heeft. En als hij dat niet krijgt, pakt hij het gewoon. Of hij begint te meppen. Allebei krijsen natuurlijk. Ik kijk op de klok. Nog twee en een half uur te gaan.

Als het eindelijk zes uur is, komt Niels thuis. “Hé schatje, voel je je alweer wat beter? Wat eten we vandaag?”

Mam, mag ik je wat vragen?
Het spiraaltje - mijn ervaring (Auw!)

Dit vind je misschien ook leuk

Geen reacties

Laat een reactie achter