Bij ons is het bedritueel niet compleet zonder boek. Elke avond voor het slapen gaan, lezen we de jongens voor. Dat doen we eigenlijk al zo lang ik het me kan herinneren. Een rustige manier om de dag af te sluiten en vooral ook heel gezellig, zo samen op het bed tegen elkaar aan gekropen. Maar wist je dat voorlezen – behalve voor de ontspanning en quality time met je kind – ook heel belangrijk is voor de ontwikkeling? Ik leg uit waarom. En ik heb ook nog een aantal handige voorleestips voor je, waarmee je voorlezen voor de kinderen (en jezelf) nóg leuker maakt.
Waarom is voorlezen belangrijk?
Jonge kinderen leren enorm veel van voorlezen. Zo is het in eerste plaats heel goed voor de taalontwikkeling. Kinderen leren nieuwe woorden kennen, hoe een goede zin is opgebouwd en wat de tekst nu precies betekent. En daar profiteren ze van op de basisschool, maar ook tijdens hun verdere schoolloopbaan. Want kinderen die dagelijks een kwartiertje voorgelezen worden, presteren in vergelijking met leeftijdsgenootjes die niet worden voorgelezen beter in taal en rekenen. Dat is uit onderzoek gebleken.
Maar behalve op de taalontwikkeling heeft voorlezen ook een positief effect op de cognitieve, sociaal emotionele en creatieve ontwikkeling. Kinderen leren namelijk goed luisteren wanneer ze voorgelezen worden en zich te concentreren. Het zorgt ervoor dat ze veel leren over de wereld om hen heen. En het stimuleert de fantasie van je kind ook. Allemaal goeie redenen om een momentje op de dag te reserveren voor een boek.
‘Lees ook: Verhaaltjes voor het slapen gaan – De leukste voorleesboeken voor peuters & kleuters.’
Op welke leeftijd begin je met voorlezen?
Misschien denk je dat je baby nog te jong is om voor te lezen. Maar hoe jonger je met voorlezen begint, des te groter de woordenschat van je kindje op 2-jarige leeftijd. Natuurlijk kan een baby nog geen verhalen volgen. Maar met een baby vanaf 3 à 4 maanden kun je al wel een paar minuten boekjes met plaatjes bekijken en ze benoemen. En vanaf een maand of 10 kun je ook boekjes met simpele verhalen proberen. Vooral verhaaltjes op rijm, zoals Nijntje vallen bij deze kleintjes in de smaak.
Maar voorlezen is niet alleen voorbehouden aan jongere kinderen. Dus houd er niet te snel mee op. Kinderen van een jaar of tien, elf – die al prima zelf kunnen lezen – vinden het ook nog heerlijk. En zo kun je ze nieuwsgierig maken naar boeken die ze anders misschien niet zouden uitkiezen en ze stimuleren om het boek zelf verder te lezen.
Wanneer voorlezen? En hoe lang?
Veel ouders lezen – net als ik – een boekje voor het slapen gaan om de dag rustig af te sluiten. Maar voorlezen kan natuurlijk de hele dag. Voordat je gaat koken, in de wachtkamer van de tandarts of ‘s ochtends na het ontbijt. Het hoeft niet lang te zijn; tien minuten à een kwartiertje. Het is zelfs beter om vaker kort te lezen dan heel lang achter elkaar. Hoe lang precies is per kind wel verschillend. Je merkt vanzelf aan je kind wanneer de aandacht verslapt.
‘Lees ook: De mooiste sprookjesboeken voor kinderen.’
Een boek kiezen
Voor jonge kinderen kun je het beste kiezen voor een kort verhaal, zodat het boek in één keer uitgelezen kan worden. Mét plaatjes, want dat helpt ze om het verhaal beter te begrijpen en moeilijke woorden beter te onthouden. Oudere kinderen vinden een voorleesboek vaak leuker, waarbij het verhaal verdeeld is in hoofdstukken en meer voorleesbeurten mee gaat. Maar behalve de lengte van het boek en de plaatjes is het vooral ook belangrijk om te kiezen voor een thema dat bij je kind past. Of laat ze zelf een boek uitzoeken in de bibliotheek!
Voorleestips – Zo wordt voorlezen nóg leuker
Voorlezen kan iedereen. Maar écht goed voorlezen is een kunst. Deze voorleestips maken voorlezen nóg leuker.
1. Zorg voor rust
Probeer altijd in een rustige omgeving voor te lezen. Vooral jonge kinderen zijn snel afgeleid.
2. Een boek kiezen
Kies een boek dat bij de belevingswereld van je kind past. Is er een broertje of zusje op komst, gaat je peuter voor het eerst naar school of oefent hij op het potje? Dan is het leuk om iets over dat thema voor te lezen.
3. Hetzelfde boek een paar keer voorlezen
“Alwéér Dikkie Dik?!” Kinderen willen een boek vaak eindeloos opnieuw horen en vinden het verhaal ook na de 100ste keer nog net zo leuk. Want ze ontdekken steeds weer iets nieuws of genieten juist van de herkenning. Jij misschien iets minder. Maar door de herhaling leren kinderen meer woorden en ook hun begrip wordt beter.
4. Voorleesritueel
Zorg voor een vast voorleesmoment, bijvoorbeeld voor het slapen. Zo kan je kind zich erop verheugen en wordt het een vertrouwd moment op de dag.
‘Lees ook: Prentenboeken top 10 – De leukste nieuwe boekenkast aanwinsten voor kids.’
5. Gebruik je stem
Lees rustig en duidelijk het boek voor. Maak gebruik van de mogelijkheden van je stem. Bijvoorbeeld fluisteren als iets spannend is, hard praten als iemand iets roept of snel wanneer het verhaal in versnelling raakt. Het is niet nodig om je extra in te spannen met verschillende stemmetjes. Dat werkt vaak verwarrend; voor je kind én voor jezelf.
6. Moeilijke woorden
Lees ook de woorden voor die je kind nog niet kent. Meestal worden ze in de context van het verhaal wel duidelijk. En anders kun je er een plaatje bij aanwijzen. Dat is goed voor de taalontwikkeling. En een boek mag ook net iets te moeilijk zijn. Als je het vaker voorleest en je praat samen over het verhaal, heb je de meeste kans dat je kind erdoor geboeid wordt.
7. Voorspel samen het verhaal
Voorspel samen het verhaal. Vraag tijdens het voorlezen aan je kind wat er nu zou kunnen gebeuren. Hierdoor denken kinderen verder na en zullen ze in het dagelijkse leven ook beter naar oplossingen zoeken.
8. Interactief voorlezen
Zoek tijdens het voorlezen de interactie met je kind. Heb jij de papegaai ook gezien tussen die takken? Of; wat zou jij doen als dat jouw gebeurt? Kinderen die vragen krijgen over het verhaal ontwikkelen een nog grotere woordenschat. En het geeft ook een extra leuke impuls.
9. Laat je kind praten
Laat je kind ook ‘meelezen’. Als kinderen de ruimte krijgen om op het verhaal te reageren of hun eigen interpretatie erover te geven, blijft het levendig en snappen ze veel beter waar het over gaat.
10. Stop op tijd
Jonge kinderen kunnen tijdens het voorlezen soms zomaar beginnen over iets wat ze die dag meegemaakt hebben of ineens iets anders gaan doen. Wacht dan even of je kind terug komt. En als je merkt dat de aandacht weg is, kun je beter stoppen. Misschien is het boek te moeilijk, het verhaal te langdradig of is je kind gewoon moe. En dan kun je het voorlezen beter uitstellen tot een ander moment.
Geen reacties