Als in een vertraagde opname, schuiven Opera House en Harbour Bridge langs ons vliegtuigvenster voorbij. We landen in het kleinste continent ter wereld, Australië. In Sydney om precies te zijn. Een glimlach voor de douanier “Nothing to declare”. Hij groet terug: “G’day”.
Australië
Australië, het land dat van oorsprong toebehoort aan De Aborigines (vaak ook Aboriginals genoemd). De geschiedenis van de Australische Aborigines (Latijns: ab origine – ‘van het begin af daar’) gaat terug tot een tijd, waarop zelfs bij benadering geen datum geplakt kan worden. De werelden kwamen in botsing toen de Engelsen ‘landje pik’ kwamen doen. De Engelse veefokkers en kolonisten drongen in het gebied waar de Aborigines al millennia als jager en verzamelaars doortrokken. Wat in de ogen van de kolonisten doelloos rondtrekken leek te zijn, was in werkelijkheid systematisch gebruik maken van het natuurlijke aanbod van levensmiddelen. De Aborigines beschouwen zichzelf als de oermensen en zien westerlingen als afwijkingen, ‘mutanten’. Een Amerikaanse arts – Marlo Morgan genaamd – schreef hierover een mooi boek (tip!): Australië op blote voeten. Marlo ontdekt tijdens haar tocht dat de benaming ‘mutanten’ heel toepasselijk is. Ook begint ze te begrijpen waarom de Aborgines bewust niet in de westerse samenleving willen integreren. Ze krijgt van deze fascinerende en zwijgzame mensen een ontroerende en inspirerende boodschap mee.
De route
Ver verwijderd van de problemen van de rest van de wereld, en toch bereikbaar in minder dan een dag vliegen. Slecht 23 miljoen inwoners delen dit reusachtige land dat viermaal zo groot is als Europa. In de meest afgelegen outback kan de afstand van het ene café naar het andere net zo ver zijn al Amsterdam-Lyon. Best ver als je dorst hebt! Wij hebben gekozen voor een route aan de zuidkust van Adelaide naar Melbourne – waaronder de beroemde Great Ocean Road – en de route van Brisbane naar Cairns, aan de oostkust. We beginnen in Sydney. Voor de totale reis hebben bijna 7 weken uitgetrokken.
Down Under, het land aan het onderste uiteinde van de wereldbol met de schitterende, ongerepte landschappen met een flora en fauna die vaak alleen overleefde dankzij het isolement van dit continent. Het land van no worries en take it easy met ontzettend vriendelijke mensen die altijd in zijn voor een praatje, daar houd ik van. Het land waar de zon in de zee zakt terwijl de maan al aan de hemel staat, een bijzonder gezicht.
Sydney
Op de dag van aankomst doen we rustig aan. We worden welkom geheten bij een Nederlandse vriendin die voor een aantal jaren met haar vriend in Sydney woont voor werk. Super fijn dat we hier een paar dagen mogen verblijven. Na een korte rondleiding door hun leuke huis, vertrekt zij ook naar haar werk. Of we willen uitkijken voor hun boonser; een grote (!) spin vlakbij de voordeur. Hij mag zeker niet naar binnen.
We hebben plannen om de stad nog in te gaan, maar we vallen uiteindelijk alle drie in slaap. Moe van het reizen en een kleine jetlag want we komen vanuit Azië waardoor het tijdverschil relatief klein is (-4 uur). Het is toch beter om even rustig aan te doen, ondanks dat de stad me roept, het kriebelt enorm. Ik ben echt te moe om mijn ogen open te houden, dus even een klein dutje op de bank neem ik me voor, maar uiteindelijk word ook ik aan het einde van de middag wakker. In de avond eten we gezellig met z’n allen aan de ronde keukentafel en maken plannen voor de komende dagen. Gezellig, met een wijntje erbij.
De stad in
Als we de volgende dag wakker zijn, gaan we na ons ontbijt de stad in. Sydney is een stad die me hetzelfde bijzondere gevoel geeft als New York. Het is volgens mij een stad die je eens in je leven moet zien en voelen. We nemen de metro en daarna de ferry van Circular Quay naar Manly en zien onderweg het Opera House en de haven met de wereldberoemde Harbour Bridge. Vanuit Manly Beach wandelen we langs de kust over de boulevard naar Shelly Beach, een mooi klein strandje met rustig laag water. Leuk voor kinderen! Vandaag is het prachtig weer, dus gaan we in de middag naar het strand om eerst even van zand, zee en zon te genieten en dan pas een keus te maken uit het reusachtige aanbod wat Sydney te bieden heeft. Mijn vriendin haakt aan het einde van haar werkdag ook even aan voor een paar uurtjes zon. Net voordat de zon ondergaat nemen we de ferry en daarna de trein naar China Town om samen te gaan eten. Ook de vriend van mijn vriendin sluit na zijn werk aan. In het restaurant waar we afspreken, wordt geen alcohol geserveerd. Dit is op veel plekken in Australië. Heel vaak heeft een restaurant namelijk geen licentie om alcohol te mogen schenken, daarvoor is het concept BYO (bring your own) bedacht: Het is gewoonte om dan je eigen drank mee te nemen. Ook dit restaurant heeft geen licentie, maar wij wel zin in een wijntje. Dus kopen we onderweg naar het restaurant een flesje(s) wijn. Het voelt wel een beetje onwennig om onze eigen fles op tafel te zetten, maar wanneer de wijnglazen worden gebracht, zien we dat het heel gebruikelijk is. Rosa heeft uren geslapen op het strand waardoor ze gezellig mee tafelt, ze is niet moe en vindt het harstikke gezellig met z’n vijven in het knusse Thaise restaurant waar we de tafel vol met allerlei lekkere gerechten laten zetten om zo van alles wat te kunnen proeven.
Cycloon Debbie
De volgende dag regent het de hele dag, een grijze bedoeling. Het is vochtig, koud en we worden drijfnat van de regen. Het lijkt een restantje te zijn van de cycloon Debbie die afgelopen week over de oostkust is geraasd. Vanaf het Opera House maken we een (deels overdekte) wandeling langs de Circular Quay. We zien het imposante Opera House, echt een indrukwekkend bouwwerk. We lezen over de bouwkosten die in plaats van de begrote zeven, uiteindelijk 102 miljoen dollar bedroegen, waarvan het merendeel met een operaloterij gefinancierd werd. Al twee jaar na de inwijding was het bouwwerk afbetaald.
Onze laatste dag in Sydney maken we een flinke wandeling langs de kust door een mooi natuurgebied met een prachtig uitzicht over de stad. Voordat de avond valt nemen we de trein terug naar ‘huis’. Nog maar een nachtje slapen en dan begint ons kampeeravontuur. Terwijl ons wasje draait, drinken we onze laatste avond samen nog een cocktail aan de keukentafel om ons fijne, relaxte verblijf in Sydney goed af te sluiten. Daarna pakken we onze tassen in. Om 4:30u in de ochtend nemen we afscheid, het is nog donker als de taxi voorrijdt. We vertrekken naar de luchthaven voor onze vlucht naar Adelaide waar we ons campertje ophalen voor de komende tien dagen.
Ons mini huisje op wielen
Onze camper is een soort van klein busje, met zorg uitgezocht. Redelijk betaalbaar, betrouwbaar (zo goed als nieuw) en voorzien van het hoognodige. In principe is het mogelijk om met vier volwassenen in deze ‘camper’ te slapen, maar comfortabel is dat zeker niet. Voor ons drietjes is het te doen, met als voorwaarde dat het niet regent (of niet te lang) want dan ontbreekt het echt aan ruimte. We zijn van alle gemakken voorzien: Koelkast, magnetron – die aanspringt wanneer je bukt om iets uit het kastje te pakken, doordat je met je billen de ‘ON’ knop raakt – , 2-pits gasfornuis – enige creativiteit is dus vereist -, een gootsteentje met stromend water – met buiten een emmer onder de afvoer – , keukengerei, drie klapstoeltjes en een wankel campingtafeltje. Het camperbusje is ’s avonds om te bouwen van ‘zitruimte’ naar een ‘tweepersoonsbed’ en een ‘bovenslaper’ – 40 cm van bed tot dak -. Gelukkig hebben we dekbedden, want de eerste nachten zijn echt koud. We rijden van Adelaide naar Victor Harbor en van Naracoote naar de Grampians. Na een paar dagen zijn we redelijk gewend aan ons kleine onderkomen. Het is fijn dat alles inmiddels een vaste plek heeft en er komt routine in het op- en afbouwen van het bed en verplaatsen van de tassen en spullen wanneer we gaan rijden. Het is even wennen om links te rijden, maar het valt niet tegen. Belangrijk is om niet te veel links te rijden, want die neiging heb je. Bij het gebruiken van de richtingaanwijzer zwiepen de ruitenwissers van links naar rechts en instappen aan de verkeerde kant is in het begin ook aan de orde van de dag. Mensen die dit zien, vinden dat vooral heel grappig, waarschijnlijk herkenbaar voor sommigen.
The Grampians National Park
Van vrienden krijgen we de tip om in Halls Gap naar een prachtig gelegen camping te gaan: Halls Gap Lakeside Tourist Park. Deze camping wordt gerund door de Nederlandse Josephina en haar Australische man Rohan. Onderweg naar de camping bezoeken we de McKenzie Falls.
We hebben veel geluk dat er nog een plekje vrij is op de camping. De paasvakantie is hier namelijk begonnen en alle populaire plaatsen zitten behoorlijk vol. Halls Gap Lakeside Tourist Park blijkt een erg mooie plek. De camping is tot in de puntjes verzorgd en gelegen in de Grampians. De bergen met bewolkte toppen torenen zo’n 1000 meter boven het vlakke landschap uit. Deze ruim opgezette camping straalt rust uit. Voor de kinderen is er een mooie speeltuin en trampolines (met veilige netten, want veiligheid voorop in Australië). Ook is er een hout gestookt buitenzwembad met een hele aangename temperatuur (ook in de winter). Het park grenst aan een grote vallei waar kangoeroes zich thuis voelen, ze springen gewoon rond op de camping. Deze plek is ook ideaal voor vogelliefhebbers, de bomen in het park zitten vol met geel gekuifde kakatoes die uit je hand komen eten. De eerste dag zien we zelfs emu’s in het park, dit is na de struisvogel, de grootste nog levende vogelsoort. En als je geluk hebt, kun je hier zelfs herten en een echidna zien.
De eerste nacht slapen we in één van de luxe huisjes. Even bijkomen van de koude nachten die we de afgelopen dagen hebben gehad. Een fijn warm bed, met een heerlijk matras. Maar vooral ruimte in een gezellig ingerichte woonkamer. De keuken is van alle gemakken voorzien en vanaf onze veranda kijken we zo het park in. Het is zo mooi hier!
De dagen erna kruipen we ons campertje weer in. De nachten zijn koud en ik slaap daarom met mijn hardloopkleding aan. Kan ik morgen meteen een rondje joggen om lekker wakker te worden. Voordat ik mijn dag sportief begin, loop ik langs de receptie om een cappuccino te drinken met Josephina, de Brabantse eigenaresse van deze camping. De receptie is nog gesloten, dus ze heeft nu even tijd voor een praatje, gezellig. In de omgeving is heel veel te doen: Wandelen, fietsen, wijntours, adventure golf, klimmen, abseilen, kanoën, Halls Gap Zoo etc. etc. We zouden hier weken kunnen blijven.
Wij beginnen met een mooie wandeltocht nadat we de kaketoes op de camping hebben gevoerd. Rosa vindt het geweldig, ondanks dat de vogels best groot zijn. Ze blijft zelf op een veilige afstand, want dat plotselinge gefladder is toch best een beetje spannend.
Wandeling door de Grand Canyon en The Pinnacle
Onze informatie zegt dat de wandeling door de Grand Canyon en The Pinnacle best een pittige klim is, niet bijzonder geschikt voor kinderen. We gaan het proberen, omdraaien kan altijd. Maar Rosa blijkt het goed af te gaan, ze vindt het super leuk om zelf te wandelen en soms een stukje te klimmen. We genieten van haar enthousiasme maar zeker ook van de omgeving. Wat is dit land toch veelzijdig, al tijdens deze wandeling verandert het landschap regelmatig. We klauteren door de Canyon, wandelen door bosrijke paadjes en over enorme rotsen naar boven, naar het uitkijkpunt. Het uitzicht is uitgestrekt en zover als je kunt kijken; alleen maar natuur. De Grampians. De stilte met alleen de wind die langs je oren suist, de lucht die blauwer en schoner lijkt dan waar dan ook, de zon die schittert voor mijn camera waardoor het moeilijk is om dit moment vast te leggen. Iets dat sowieso niet echt mogelijk is, want dit soort plekken moet je vooral voelen, er zijn.
Na een korte stop op dit hoogtepunt lopen we weer terug naar de parkeerplaats, want we beginnen allemaal trek te krijgen, de lunch hadden we namelijk even uitgesteld omdat we niet hadden gedacht de hele tocht te kunnen lopen. Helaas kiezen we niet het goede pad terug, waardoor we nog een paar kilometer extra moeten lopen. Gelukkig vind ik voor Rosa nog een lolly in mijn tas, waar ze nog even vrolijk op doorwandelt. Wij zullen nog even moeten volhouden, met Rosa af en toe op de nek of op de arm, zingen we liedjes om ook vrolijk te blijven. We zijn heel blij als we rond drie uur eindelijk bij de camper zijn. Op de parkeerplaats eten we de left over spaghetti van de vorige dag. Daar knappen we van op. We zijn nog geen 2 minuten onderweg naar de camping of Rosa slaapt. Haar batterij is helemaal leeg. Uiteindelijk hebben we er een wandeling van bijna 8 km opzitten, waarvan zij het grootste deel zelf heeft gelopen. Hier zal ze morgen ook vast nog wel moe van zijn.
Kamperen
Terug op de camping is de vuurkorf al klaargezet. Een camping zonder kampvuur is niet echt kamperen. Het is moeilijk om plekjes te vinden waar het nog is toegestaan, maar hier mag het gelukkig nog steeds. Halls Gap Lakeside levert een vuurkorf en hout voor je kampeerplek of huisje. Goed geregeld! Voordat het donker wordt sprokkelen we nog snel wat kleine takjes om het vuur strakjes aan te maken. Een klein uurtje later zitten we met z’n drietjes rondom ons eigen vuurtje, zoals bijna iedereen hier op de camping. Heerlijk in een campingoutfit, want het maakt hier niet uit welke kleding je draagt, als het maar warm en praktisch is. Met haar mond nog vol marshmallow prikt Rosa alvast de volgende aan haar stokje. Ze heeft haar pop geïnstalleerd in de buggy en af en toe krijgt ‘Liesje’ instructies alsof ze zelf al een volleerd kampeerster is.
Kamperen, iets dat mijn ouders me hebben geleerd. De eerste vakantie was aan de Mossel. Met z’n vijven en een oranje vouwwagen, hobbelden we naar Duitsland. Mijn ouders hadden de boel nog niet staan of wij waren al aan het spelen met andere kinderen. Een andere taal was nooit een barrière, want spelen kan in iedere taal. Het buitenleven en de vrijheid, kamperen is nog steeds heel fijn. Want waarom verblijven in een vijfsterren hotel als je kan slapen onder een hemel met duizenden sterren?
Oog in oog met een kangoeroe
“Servia, kom eens kijken. Er zit een enorme kangoeroe op onze kampeerplek”. Ik wurm mezelf uit de ‘bovenslaper’, waar Rosa net in slaap is gevallen (en ik ook). Vanuit de deuropening kijken we van binnen naar buiten, waar op een kleine meter afstand een kangoeroe staat te drinken uit de emmer water die naast ons nog smeulende kampvuurtje staat. Het beest is groter dan wij, het lijkt wel een bodybuilder. Dit is zeker een mannetje. “Is zo’n beest eigenlijk gevaarlijk?” vraagt Florian zich hardop af. Ik heb geen idee wanneer kangoeroes zich bedreigt voelen, maar volgens mij kunnen ze flink trappen. Hij lijkt zich niks aan te trekken van ons gegluur, maar zodra hij zich omdraait schuiven we als in een soort van reflex snel de deur een beetje dicht. Nadat hij voldoende gedronken heeft, zien we het beest rustig naar een volgende plek hoppen, waarbij zijn enorme voeten tegelijk maar met beleid op de grond ‘ploffen’. Wauw, dit was gaaf zeg!
Meet & great met vrienden
Zodra de zon op is, worden we wakker. “Mama, niet meer donker buiten”. Rosa is klaar voor de dag. Vandaag bezoeken we de Balconies, een mooi uitzichtpunt. Wanneer we in de middag terugkomen op de camping zijn daar onze Nederlandse vrienden inmiddels gearriveerd. Ze hebben hun route omgegooid in verband met de storm Debbie. Door het lagedrukgebied dat zij achterliet, was er aan de oostkust alleen maar regen. Daarom besloten zij om terug te gaan naar de Grampians en daar nog even met ons te zijn. Hun super coole blauwe 4×4 jeep krijgt een plekje op onze ruime kampeerplek. Leuk dit! De mannen sprokkelen nog wat hout voor een kampvuur en terwijl Rosa staat te springen op de trampolines, kletsen wij aan een stuk door. Zodra de avond valt, kan het kampvuur weer aan, de wijn wordt ingeschonken en terwijl de worstjes liggen te bakken luisteren we naar de spannende outback avonturen en hoe onze vrienden de storm Debbie wisten te omzeilen en vooral de nasleep daarvan voor hun kiezen kregen (wegen overstroomd of verspert door omgevallen bomen. Maar vooral regen, heel veel regen). Bizar dat we aan de andere kant van de wereld hier nu met elkaar zitten te barbecuen, op hetzelfde moment op dezelfde plek in een land dat zo groot is dat je er jaren zou kunnen rondreizen.
Als we in de ochtend wakker worden blijkt een kangoeroe onze vuilniszak van de jeep te hebben getrokken. We hoorden als iets van dit nachtelijke bezoekje, maar sliepen daarna blijkbaar weer door. Gelukkig geen schade, behalve dat één van ons met zijn blote voeten in de poep stapt op weg naar het toilet, ha ha. Na de koffie en het ontbijt pakken we onze spullen om de Great Ocean Road te gaan rijden. De eigenaresse van de camping rijkt ons bij het wegrijden nog een lekkere cappuccino aan voor onderweg, de perfecte afsluiter van dit heerlijke verblijf. Tijd om te gaan! We toeteren nog even voor het weggaan. Haudoe en graag tot ziens!
Great Ocean Road
De laatste dagen in het zuiden rijden we de mooiste kustweg van Australië, die ligt tussen Warrnambool en Cape Otway. In Port Campell National Park zien we schilderachtige kustformaties. Ondanks dat de Twaalf Apostelen een super drukke toeristische plek is, beneemt het mijn adem wanneer we de rotsen – die als wachters in de zee staan – aanschouwen. Ze behoren tot de bekendste, gevolgd door Loch Ard Gorge en de resten van de ingestorte London Bridge, een oorspronkelijk door de zee in de vorm van een brug uitgesleten rots bij Port Campbell.
Van Queenscliff naar Melbourne
In de buurt van Queenscliff zoeken onze vrienden ons weer op. Het regent inmiddels pijpenstelen, dus zoeken we samen een luxe camping met goede faciliteiten. In de ruime overdekte campkitchen maken we hutspot met hamburgers, echt Hollandse pot! Terwijl Rosa in de ballenbak speelt. De volgende ochtend pak ik nog een yogalesje mee voordat de rest uit bed rolt en daarna nemen we afscheid. Onze vrienden rijden door naar Melbourne waar zij voordat ze naar Nederland gaan nog tijd nodig hebben om hun jeep te verkopen. Wij leveren vandaag onze gehuurde camper in en vliegen vervolgens vanuit Melbourne door naar Brisbane. We maken ons nog een beetje zorgen over het weer, want de afgelopen weken regende het erg veel en wegen waren overstroomd. We proberen onze camper nog om te boeken naar een 4×4 jeep met daktent – zodat we ook het binnenland in kunnen – maar dat lukt niet. Laten we maar vertrouwen hebben in de weersvoorspellingen, want die zijn goed. De kustweg zou in ieder geval helemaal begaanbaar moeten zijn volgens de berichtgevingen. Terwijl we tussen de buien door onze spullen inpakken, doet Rosa met andere kindjes mee aan een knutselactiviteit.
We komen vroeg op de luchthaven aan, omdat het inleveren van de camper allemaal heel snel verloopt. Bij het inchecken mogen we een vlucht eerder nemen. De kans dat onze oorspronkelijke vlucht gecanceld wordt door het slechte weer is namelijk aannemelijk. Heel fijn dat we zo vroeg op de luchthaven zijn.
Ons volgende avontuur begint in Brisbane. Vanuit deze plaats rijden we in vier weken tijd naar het noorden, waar we in Cairns de camper weer inleveren. Terwijl jullie dit lezen zijn we ver over de helft van deze route. In een volgend blog meer over Australië!
Heb je de eerdere avonturen van Servia, Florian & Rosa gemist? Je kunt hun vorige blogs hier terug lezen! En voor meer foto’s van de wereldreis volg je ze op hun Facebook pagina Part of your world.
1 Reactie
Jeetje wat een prachtige foto’s wederom en wat een heerlijk verhaal om te lezen. Hoe geweldig moet dit zijn om zelf te beleven, zo gaaf hoor 👍. Ook leuk om te zien dat jullie overal vrienden tegenkomen, hoe klein is de wereld dan of hoe reislustig is jullie generatie ? Die prachtige plekken aan de andere kant van de wereld staan dankzij jullie geweldige foto’s en verhalen inmiddels ook op ons vakantie lijstje haha. Geniet ze nog 💋👍😘